Theoretische achtergronden

De waarheid is de eenheid der tegenstellingen – Chinese spreuk

Gestalt

Het Duitse woord ‘Gestalt’ kan teruggevoerd worden op een Indo-Germaans grondwoord en is niet eenvoudig te vertalen.

Een algemene definitie van Daan van Praag (één van de oprichters van de NVAGT) luidt:

‘Een gestalt is een element dat bepaalde kwaliteiten heeft, die onderling kunnen samenhangen en dat zich onderscheidt ten opzichte van een min of meer diffuse achtergrond’.

Kortweg: een gestalt is een geheel tegen een bepaalde achtergrond. Dat maakt het begrip ‘gestalt’ tot een relationeel begrip, want het is maar te omschrijven in relatie tot een bepaalde omgeving.

Gestalt en relatie

Inhoudelijk gezien kan het begrip ‘gestalt’ op vele manieren begrepen worden:

– een gestalt is een persoonlijke ervaring die iemand zich bewust wordt
– een gestalt is een emotie die naar voren komt ten opzichte van andere emoties
– een gestalt is een aspect van een situatie dat om aandacht vraagt
– een gestalt is een gebeurtenis die er uitspringt
– een gestalt is een proces dat zich voltrekt
– een gestalt is een behoefte …

Wat overeenkomt is de relatie tussen voorgrond en achtergrond. Een gestalt is dus altijd twee aspecten tegelijk, met het accent op één van beide.

Gestaltbenadering

Denken, analyseren en interveniëren op basis van voor- en achtergrond is één van de kernelementen van de gestaltpsychotherapie of breder: de gestaltbenadering.

F. Perls

F. Perls

Perls

Het was Friedrich Salomon Perls (‘Fritz’) die halverwege de vorige eeuw de gestaltbenadering vond. Hij was niet de uitvinder, hij vond dat wat er al was. Perls heeft ideeën van anderen uitgebreid verwerkt in de gestaltbenadering.

Bronnen

Deze gestaltbenadering (waaronder de gestaltpsychotherapie) heeft haar belangrijke bronnen in de veldtheorie (Kurt Lewin), de waarnemingspsychologie (gestaltpsychologie: Wolfgang Köhler), de fenomonologie (Maurice Merleau-Ponty) en de antropologie (Martin Buber).

Gestaltpsychotherapie in kort bestek

Gestaltpsychotherapie is een procegerichte vorm van psychotherapie, die experimenteel van karakter is. Ze geeft cliënten meer mogelijkheden om hun eigen levensvragen en problemen op een creatieve wijze te hanteren. Hierdoor is gestaltpsychotherapie bij uitstek geschikt om psychische stoornissen zoals neurosen, depressies, angsten, psychosomatische klachten, verwerkingsvragen, stress en burn-out te behandelen.

Gestalttheorie

Merleau-Ponty

Merleau-Ponty

De gestaltpsychotherapie vertrekt vanuit een veldtheoretische opvatting (Kurt Lewin): de onophoudelijke uitwisseling tussen een mens en zijn omgeving. Het individu is onvermijdelijk deel van een veld, zijn gedrag kan uitsluitend begrepen worden als functie van dit totale veld dat het individu én zijn omgeving (familie, werksituatie, relaties, de wereld) én de wisselwerking tussen individu en omgeving omvat.

De wisselwerking tussen individu en omgeving krijgt vorm op de plaats waar ze elkaar ontmoeten: de contactgrens. Dit is het gebied waarin alles gebeurt, waarin alles ervaren wordt. En deze ervaring is per definitie lijfelijk. We hebben geen lichaam, we zijn ons lichaam. Alle ervaren is lichamelijk ervaren (Merleau-Ponty).

Mensen ervaren psychische problemen op die momenten waarop het contact met hun omgeving verstoord is en ze niet in staat zijn om dat verstoorde evenwicht te herstellen.

Herstellen van het contact

De psychotherapie van de gestaltbenadering is erop gericht om de cliënt te helpen zich anders, meer autenthiek, meer in overeenstemming met zijn behoeften, op te stellen op de contactgrens, waardoor hij weer verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn eigen leven.

Het bevorderen van het lichamelijk gewaarzijn, het leren concentreren op het lichamelijke en het zintuigelijke, is hierbij een belangrijk instrument.

Buber

Buber

In de therapeutische relatie kunnen cliënten opnieuw leren om contact te maken met zichzelf en hun omgeving, zodat ze weer dichter bij het eigen beleven kunnen functioneren.

De therapeutische relatie is geen ‘overdrachtsrelatie’, maar een reële relatie, een horizontale, dialogische en niet-directieve relatie. Het is een ‘Ik-Gij’ gebeuren , alles is dialoog, ontmoeting (Martin Buber). De gestaltpsychotherapeut probeert als autenthiek mens, als ‘Ik’, de andere als autentiek mens, als ‘Gij’, te worden zonder het contact met zichzelf te verliezen (inclusieve relatie).

Persoonlijkheidsleer en diagnostiek

Gestaltpsychotherapie heeft een eigen persoonlijkheidstheorie, die verklaard wordt vanuit het veldtheorethisch uitgangspunt. De centrale vraag is wat de cliënt hier-en-nu nodig heeft om te functioneren op de contactgrens. De theorie onderscheidt daartoe drie functioneringswijzen: id, ego en persoonlijkheid.

Uitgaande van deze theorie neemt gestaltpsychotherapie een procesdiagnostisch standpunt in, waarbij een beeld gevormd wordt van de cliënt en zijn moeilijkheden in wisselwerking met zijn omgeving. Een gestaltdiagnose is een fenomenologische procesbeschrijving van de cliënt op de contactgrens.

Daarnaast spreken geregistreerde gestalttherapeuten de taal van DSM-5 (DSM-IV), zoals die in andere psychotherapieën als diagnostisch instrument wordt gehanteerd.